Sector Varkens

De kunst van vloeibaar voederen

De steeds hogere productiviteit van zeugen in de moderne varkenshouderij stelt de veehouders voor een grote uitdaging. Met een toenemend aantal levend geboren biggen per zeug, neemt ook het sterftecijfer na spenen toe en zijn er meer gespeende biggen met een onderontwikkeld immuunsysteem en maagdarmstelsel. Het financiële verlies dat hiermee gepaard gaat, is aanzienlijk.

Nu het toepassen van antibiotica verder beperkt wordt en gemedicineerd gebruik van zinkoxide uitgefaseerd wordt in de Europese Unie, is het meer dan ooit belangrijk dat de voeropname al vanaf de eerste levensfase goed wordt opgevolgd. Door al vroeg te starten met het bijgeven van voer, zullen de biggen vlotter de speenfase doormaken, wat later in het leven een betere groei en minder gezondheidsproblemen zal opleveren. Het voermanagement tijdens de eerste levensfase is ook sterk geëvolueerd en nu de varkensbedrijven groter worden, vinden automatische voersystemen voor vloeibare prestartervoeders stilaan hun weg naar de kraamstal. Daarom werd voor deze specifieke toepassing een speciaal portfolio ontwikkeld: Babi®mel Care.

Het belang van de vroege voeropname en het stimuleren van eters

Al snel na het werpen is er onvoldoende zeugenmelk voor alle biggen. Een zeug kan weliswaar meer melk per kilogram lichaamsgewicht produceren dan een koe, maar deze melk is niet voldoende om het genetische potentieel van de biggen volledig te ontplooien. In een grote toom zijn het de grotere – en vaak eerstgeboren – biggen die steeds hun plaats aan de spenen van de zeug kunnen bemachtigen. De zwaardere, vitalere biggen kiezen al snel na de geboorte hun favoriete speen waar ze veel melk kunnen drinken. De kleinere biggen moeten het doen met wat overblijft: zij zogen aan de minder productieve, vaak achterste spenen, waardoor hun ontwikkeling nog meer in het gedrang komt. Uit onderzoek blijkt dat kleinere biggen meer snoepvoer eten dan grotere biggen.

Hoewel dit snoepvoer de biggen helpt om te groeien en hen voorbereidt op het spenen, is er ook een nadeel. De kleine biggen nemen niet alleen minder colostrum en melk op, waarin belangrijke voedingsstoffen en immunoglobulinen zitten, maar krijgen ook minder prebiotische componenten uit colostrum en melk. Deze elementen zijn echter essentieel voor hun darmontwikkeling. De grotere biggen blijven daarentegen zeugenmelk drinken, waardoor ze minder gemakkelijk wennen aan snoepvoer en dus kwetsbaarder zijn wanneer ze beginnen te spenen. Omdat ze niet gewend zijn aan vast voer en de ingrediënten waaruit het bestaat, moeten ze op dat moment met extra sociale en omgevingsstressoren afrekenen. Daardoor kan hun voeropname na het spenen vertraagd op gang komen, wat dan weer gevolgen heeft voor de darmgezondheid, zoals atrofie van de villi, een falende darmbarrière en een wildgroei van pathogenen.

Als het op het voederpatroon van jonge biggen aankomt, is het hoofddoel zo veel mogelijk biggen snoepvoer laten eten en ervoor zorgen dat hun maagdarmkanaal zich optimaal ontwikkelt (figuur 1). Zo kunnen zowel grote als kleine biggen het spenen succesvol doormaken en later in het leven goed presteren.

Indicatie van het statistische verschil in de gemiddelde dagelijkse gewichtstoename (GDG) tussen eters en niet-eters (P < 0,05). Bron: Eastwood, 2018
Figuur 1: GDG voor en na het spenen bij biggen die in de kraamstal snoepvoer consumeerden of dit niet consumeerden, ondanks dat het werd aangeboden (naar Shea et al., 2013)

Automatisch voeren van biggen

Het hierboven beschreven doel bereiken, is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Met meer dan 40 jaar ervaring zijn wij een pionier op dit vlak en heeft Earlyfeed specifieke snoepvoeders en prestarters ontwikkeld om aan deze doelstellingen tegemoet te komen, zoals Babito® en bij uitbreiding het Babi®-gamma. Bovendien zijn er nog andere managementtoepassingen die de biggen in de kraamstal kunnen aansporen om te leren eten, net zoals het startmoment, de duur (figuur 2) en de frequentie waarmee het snoepvoer wordt aangeboden. Een andere manier waarop het eetgedrag van de biggen kan worden gestimuleerd, is door verschillende voederstructuren aan te bieden, zoals ook brijvoer.

Figuur 2: Effect van de duur van neonatale voeding op het aantal eters (Sulabo et al., 2010)

Vroeger gebeurde het voederen handmatig, maar tegenwoordig worden hier steeds vaker automatische systemen voor ingeschakeld. Het automatisch aanbieden van brijvoeding heeft tal van voordelen: het vermindert niet alleen de arbeidskosten voor de varkenshouder, maar geeft de biggen ook de kans om meerdere keren per dag vers voeder te eten en te drinken. Er komt echter meer bij kijken: om het voederen tot een goed einde te brengen, is het ook belangrijk dat alles hygiënisch verloopt en dat de juiste producten met de juiste viscositeit worden aangeboden. Daarom werd het Babi®mel Care gamma gelanceerd met drie producten die specifiek ontwikkeld zijn voor automatische prestartersystemen, op basis van meer dan een jaar intensieve proeven in de praktijk.

Babi®mel Care: het juiste product voor elke levensfase

Het Babi®mel Care gamma omvat drie producten die erop gericht zijn om zo veel mogelijk biggen te laten eten door goed verteerbare vet- en eiwitbronnen aan te bieden, met een evenwichtige mix van aroma’s en smaakversterkers. Babi®mel Care I is een zeer aantrekkelijk aanvullend voeder dat bedoeld is om tijdens de eerste 10 levensdagen naast zeugenmelk aan te bieden. Babi®mel Care II zorgt voor een vlotte overgang van melk naar voeder met plantaardige grondstoffen. De kwaliteitsvolle geëxtrudeerde granen bereiden de biggen optimaal voor tot ze 18 dagen oud zijn. Tot slot bereidt Babi®mel Care III de biggen voor op spenen. Het maximaliseert de opname van droge stoffen en bevat een evenwichtige mix van ingrediënten die hun gezondheid bevordert. Bovendien worden de zeugen verlost van te veeleisende biggen en herstellen ze sneller, zodat ze goed voorbereid zijn op hun volgende dracht. Het volledige gamma is verrijkt met het START+ concept. Dit concept is gebaseerd op zuigelingenvoeding en levert de biggen specifieke bioactieve componenten die het effect van de prebiotica in zeugencolostrum en melk nabootsen. Uit de doorgedreven proeven die in universiteiten, onderzoeksinstituten en de praktijk zijn uitgevoerd, blijkt dat START+ een zeer gunstige invloed heeft op de ontwikkeling van het maag- en darmkanaal van biggen. START+ zorgt bij pasgeboren biggen onder meer voor de groei van goede bacteriën zoals lactobacillen en bifidobacteriën, een betere ontwikkeling van de villi en een verbeterde werking van de darmbarrière. Daardoor kunnen de biggen beter groeien en zijn ze gezonder.

De technische kenmerken van het volledige Babi®mel Care-gamma zijn een perfecte oplosbaarheid, verpompbaarheid en stabiliteit in elk type automatisch voedersysteem voor prestarters. Dit leidt niet alleen tot een optimale voeropname en groei van de big, maar ook tot meer comfort voor de varkenshouder, aangezien hij zich geen zorgen meer hoeft te maken over bijvoorbeeld bezinking of klontervorming.

Als conclusie kunnen we stellen dat een nauwkeurig voedermanagement in de kraamstal, in combinatie met adequate producten die de nodige voedingsstoffen op het juiste moment aanleveren, van automatisch voederen van vloeibare prestarters een succes maakt.

Uw Earlyfeed expert
Delphine Van Zele
Product Manager Swine

We geven deze contactpersoon op in functie van uw browselocatie. U kunt hier uiteraard ook onze andere contactpersonen en locaties raadplegen.

Wilt u vanaf het begin de touwtjes goed in handen hebben?

Een goede opfokstrategie in een vroeg stadium van de productiecyclus loont op lange termijn.
Laten we samen de jongste dieren al het nodige geven zodat ze later in het leven goed presteren.